Werken in Microsoft Word—Werken met tekst

Gebruik deze procedures om tekst te selecteren, op te maken en te verplaatsen.

Deze procedures gebruiken Natuurlijke spraakopdrachten. Om deze te gebruiken, moet u de Natuurlijke-spraakopdrachten activeren-optie en de Microsoft Word-opdrachten toestaan-optie op de pagina Dialoogvenster Opties — Opdrachten hebben ingeschakeld. Voor meer informatie, zie Over Natuurlijke spraakopdrachten.

Voor een lijst van opdrachten die u kunt gebruiken in Word, zegt u op elk willekeurig ogenblik 'Wat kan ik zeggen?'.

Woorden selecteren:

Er kunnen meerdere instanties van woorden die u selecteert. Naast elke instantie worden cijfers weergegeven. Met Dragon kunt u een actie uitvoeren op één instantie of op alle instanties. Voor meer informatie, zie Werken met meerdere passende tekstdelen.

Zeg een van de volgende opdrachten:

  • 'Selecteer volgend woord'
  • 'Selecteer volgende <1-20> woorden'
  • "Selecteer een woord voorwaarts"
  • 'Selecteer volgende <1-20> woorden'
  • 'Selecteer vorig woord'
  • 'Selecteer vorige <1-20> woorden'
  • 'Selecteer voor woord'
  • 'Selecteer voor <1-20> woorden'
  • 'Selecteer laatste woord'
  • 'Selecteer laatste <1-20> woorden'
  • '<text> kiezen'
 

Lijnen selecteren

  • "Selecteer volgende lijn'
  • 'Selecteer volgende <1-20> regels'
  • "Selecteer een regel voorwaarts"
  • 'Selecteer na <1-20> regels'
  • 'Selecteer vorige regel'
  • 'Selecteer vorige <1-20> regels'
  • 'Selecteer na regel'
  • 'Selecteer na <1-20> regels'
  • 'Selecteer laatste regel'
  • 'Selecteer laatste <1-20> regels'
  • '<text> kiezen'
 

Alinea's selecteren:

  • 'Selecteer volgende alinea'
  • 'Selecteer volgende <1-20> alinea's'
  • "Selecteer een paragraaf voorwaarts"
  • 'Selecteer na <1-20> alinea's'
  • 'Selecteer vorige alinea'
  • 'Selecteer vorige <1-20> alinea's'
  • 'Selecteer vorige alinea'
  • 'Selecteer vorige <1-20> alinea's'
  • 'Selecteer laatste alinea'
  • 'Selecteer laatste <1-20> alinea's'
  • 'Selecteer <tekst> tot en met <tekst>'
 

De selectie van tekst ongedaan maken

Zeg 'Deselecteer dat'.

Om de tekst vet, cursief of onderstreept te maken:

Ga op een van de volgende manieren te werk:

Gebruik een natuurlijke spraakopdracht, zoals een van de volgende:

  • "Zet vet aan"
  • "Zet cursief aan"
  • "Zet onderstrepen aan"
  • 'Maak volgend woord vet'
  • 'Maak volgend woord cursief'
  • 'Onderstreep het volgende woord'
  • 'Maak de volgende <cijfer> woorden vet'
  • 'Maak de volgende <cijfer> woorden cursief'
  • 'Onderstreep de volgende <cijfer> woorden'
  • 'Maak volgende zin vet'
  • 'Maak volgende zin cursief'
  • 'Onderstreep de volgende zin'

Of

Gebruik Globale opdrachten. Voor meer informatie, zie Lettertype, tekengrootte en tekenstijl opmaken.

Het letterype of de tekengrootte wijzigen:

Ga op een van de volgende manieren te werk:

Gebruik een natuurlijke spraakopdracht, zoals een van de volgende:

  • 'Stel lettertype in op <naam lettertype>'
  • 'Stel lettertype in op <naam lettertype> in deze zin'
  • 'Stel lettertype in op <cijfer> Punten <naam lettertype in dit document'
  • 'Vergroot het letterype naar <cijfer> punten'

Of

Gebruik Globale opdrachten. Voor meer informatie, zie Lettertype, tekengrootte en tekenstijl opmaken.

Een lijst met opsommingstekens maken:

Ga op een van de volgende manieren te werk:

  1. Selecteer de tekst. Zeg een van de volgende opdrachten:

    • "Selecteer <tekst> tot <tekst>"
    • "Selecteer <tekst> tot en met <tekst>"
  2. Zeg een van de volgende opdrachten:

    • 'Stel dat in met opsommingstekens'
    • 'Maak dat met opsommingstekens'
    • 'Maak dat op met opsommingstekens'

Of

Om opsommingstekens toe te voegen aan de laatste tekst die u hebt gedicteerd, of aan de volgende regel of alinea, zegt u een van de volgende opdrachten:

  • 'Stel dat in met opsommingstekens'
  • 'Maak dat met opsommingstekens'
  • 'Maak dat op met opsommingstekens'

Woorden, regels of alinea's verplaatsen:

  1. Verplaats de cursor voor het woord, de regel of alinea die u wilt verplaatsen.
  2. Zeg een van de volgende opdrachten:

    • 'Selecteer <woord>'
    • 'Selecteer lijn'
    • 'Selecteer alinea'
  3. Zeg een natuurlijke spraakopdracht, zoals een van de volgende:

    • 'Verplaats <cijfer> woorden naar voor'
    • 'Verplaats <cijfer> woorden naar achter'
    • 'Verplaats lijn <cijfer> lijnen naar voor'
    • 'Verplaats lijn <cijfer> lijnen naar achter'
    • 'Verplaats alinea <cijfer> alinea's naar voor'
    • 'Verplaats alinea <cijfer> alinea's naar achter'
    • 'Verplaats alinea naar het begin van het document'

 

Verwante procedures

Aanvullende informatie

Werken in Microsoft Word Tekst automatisch opmaken
Tekst selecteren en deselecteren Over Natuurlijke spraakopdrachten
Lettertype, tekengrootte en tekenstijl opmaken  
Tekst knippen, kopiëren en plakken  
Tekst invoegen, vervangen en verwijderen  
Werken met meerdere passende tekstdelen