Werken met Microsoft Excel

Gebruik deze opdrachten voor elementaire documentbewerkingen met Microsoft Excel.

Deze procedures gebruiken natuurlijke spraakopdrachten. Om deze te gebruiken, moet u de optie Natuurlijke-spraakopdrachten activeren en de optie MS Excel natuurlijke spraakopdrachten activeren in het dialoogvenster Meer opdrachten. hebben ingeschakeld. Voor meer informatie, zie Over Natuurlijke spraakopdrachten.

Excel openen:

Zeg 'Microsoft Excel openen'.

Een nieuw werkblad maken:

Zeg 'Maak nieuw bestand'.

Een bestaand werkblad openen:

  1. Zeg 'Bestand openen'

    Het dialoogvenster Openen wordt weergegeven.

  2. Dicteer de bestandsnaam Zeg '<bestandsnaam> punt <bestandsextensie>'.
  3. Zeg 'Druk Enter'.

Het menu Bestand openen:

Zeg 'Klik Tabblad Bestand".

Alle overige menu's openen:

Zeg "Klik <menunaam>".

Een menu-item selecteren:

Zeg "Klik <menuoptie>".

Het lint weergeven/verbergenn

Zeg een van de volgende opdrachten:

  • 'Het lint weergeven'
  • 'Het lint verbergen'

De focus instellen op het veld Geef aan wat u wilt doen (alleen Office 2016):

Zeg een van de volgende opdrachten:

  • 'Ga naar het veld Geef aan wat u wilt doen'
  • 'Druk op Alt q'

Om door uw spreadsheet te bladeren:

Zeg een van de volgende opdrachten:

  • 'Begin omhoog te schuiven'
  • 'Schuif omlaag'
  • 'Begin omlaag te schuiven'
  • "Sneller"
  • 'Schuif omhoog'
  • "Langzamer"

Stoppen met schuiven:

Zeg 'Stop met schuiven'.

In vensters en dialoogvensters bladeren:

Zie In vensters bladeren.

Navigeren binnen een werkblad:

Zeg een van de volgende opdrachten:

  • 'Vorige regel'
  • 'Volgende regel'

Of

Zeg een van de volgende opdrachten:

  • 'Ga naar rij <cijfer>'
  • 'Ga naar kolom <letter>'
  • 'Ga naar cel <letter><cijfer>'.
  • ‘Ga naar volgende kolom‘

  • ‘Ga naar volgende regel‘

  • ‘Ga naar vorige kolom‘

  • ‘Ga naar vorige rij‘

Een werkblad sluiten:

Zeg 'Bestand sluiten'

Om een bestaande spreadsheet op te slaan:

Zeg 'Sla bestand op'.

Om een nieuwe spreadsheet op te slaan (alleen Office 2016):

  1. Zeg 'Sla bestand op'.

    Het venster Opslaan als wordt weergegeven.

  2. Zeg "Klik deze PC".
  3. Zeg "Klik documenten".
  4. Dicteer de bestandsnaam Zeg "bestandsnaam>".
  5. Zeg 'Klik Opslaan'.

Om een nieuwe spreadsheet op te slaan:

  1. Zeg 'Sla bestand op'.

    Het dialoogvenster Opslaan als wordt weergegeven.

  2. Dicteer de bestandsnaam Zeg '<bestandsnaam> punt <bestandsextensie>'.
  3. Zeg 'Klik Opslaan'.

Opslaan als:

  1. Zeg 'Document opslaan als'
  2. Dicteer de bestandsnaam zeg '<bestandsnaam> punt <bestandsextensie>'
  3. Zeg 'klik Opslaan als'
  4. Zeg 'Keuzes weergeven'
  5. Kies het bestandstype door 'Ga <n> omlaag' te zeggen
  6. Zeg 'Druk Enter'.
  7. Zeg 'Klik Opslaan'.

Een werkblad afdrukken:

Zeg 'Druk werkblad af'.

Tussen geopende werkbladen wisselen:

Zie Tussen geopende documenten wisselen.

 

Verwante procedures

Aanvullende informatie

Werken met Microsoft Excel—Werken met celinhoud Over Natuurlijke spraakopdrachten
Bewegen door documenten, webpagina's en tekstvelden