De netwerkfunctie inschakelen

Wanneer u de netwerkfunctie hebt ingeschakeld en gebruikers een ander gebruikersprofiel proberen te openen, dan zal het dialoogvenster Gebruikersprofiel openen alleen de netwerkgebruikersprofielen weergeven. Om gebruikers toe te staan netwerk- of niet-netwerkgebruikersprofielen te openen, selecteert u de Openen van niet-netwerkgebruikersprofielen toestaan-optie in het dialoogvenster Administratieve instellingen—tabblad Netwerk. Dit zorgt er ook voor dat u niet-netwerkgebruikersprofielen kunt openen om ze later te converteren naar netwerkgebruikersprofielen.

Let op, de Akoestische en Taalmodeloptimalisatie is op gebruikersmachines uitgeschakeld als u de netwerkfunctie inschakelt. U dient de Nauwkeurigheidsafstemming in te plannen op de opslaglocatie van het hoofdnetwerkgebruikersprofiel of vanuit een beheerderscomputer die de Akoestische en Taaloptimalisatieplanner gebruikt. Voor meer informatie, zie Nauwkeurigheidsafstemming voor netwerkgebruikers plannen.

Dit onderwerp beschrijft het toestaan van de netwerkoptie. Voor de vereisten van de netwerkfunctie en de volledige instellingsinformatie in standalonemodus, zie Controlelijst instelling netwerkfunctie.

  1. Ga naar de Dragon-balk en selecteer Extra > Administratieve instellingen.

  2. Klik op Doorgaan.

    Er verschijnt een melding van het Gebruikersaccountbeheer van Windows.

  3. Klik op Ja.

    Het tabblad Administratieve instellingen - Netwerk.

  4. Selecteer de Toestaan-optie.

  5. Klik op Toevoegen.

    Het dialoogvenster Netwerkgebruikerslocatie wordt geopend.

  6. Specificeer Weergavenaam voor de hoofdnetwerkgebruikersprofielmap en het Netwerkadres.

    Dit is de locatie die u voor netwerk vereisten hebt gecreëerd. U kunt meerdere netwerkopslaglocaties hebben.

Als uw hoofdnetwerkgebruikersprofielen op een webserver worden opgeslagen, doe dan het volgende:

  1. Klik op een van het volgende in het dialoogvenster voor de netwerkgebruikerslocatie.

    • HTTP-instellingen als de webserver HTTP-verbindingen gebruikt.
    • SSL-instellingen als de webserver SSL-verbindingen gebruikt.
  2. De instellingen specificeren.

    Voor informatie over de instellingen, klik op Help.

  3. Klik op de Test verbinding-knop in een dialoogvenster om de verbinding te testen.

    Voor meer informatie, zie Probleemoplossing bij HTTP-verbindingen.

  4. Klik op OK.

De functie Netwerkfunctie uitschakelen:

  1. Ga naar de Dragon-balk en selecteer Extra > Administratieve instellingen.

  2. Klik op Doorgaan.

    Er verschijnt een melding van het Gebruikersaccountbeheer van Windows.

  3. Klik op Ja.

    Het tabblad Administratieve instellingen - Netwerk.

  4. Deselecteer de Toestaan-optie.

  5. Klik op OK.

Verwante procedures

Aanvullende informatie

Controlelijst instelling netwerkfunctie Informatie over de functie Netwerk
Netwerkgebruikers maken Over netwerkgebruikers
Nauwkeurigheidsafstemming voor netwerkgebruikers plannen Over hoofd- en lokale netwerkgebruikers synchroniseren
Werken met netwerkgebruikers  

24-1-2019 11:14