Dialoogvenster HTTP-instellingen

Indien geselecteerd, dan vraagt Dragon gebruikers met lokale gebruikersprofielen naar een gebruikersnaam en wachtwoord wanner ze verbinding maken met de HTTP-server.

Indien niet geselecteerd, dan vraagt Dragon gebruikers niet naar een gebruikersnaam en wachtwoord.

Standaardwaarde: Gedeselecteerd

Type verificatie dat wordt gebruikt op de HTTP-server. De opties zijn:

• Elementair—De gebruikersnaam en het wachtwoord worden over het netwerk verzonden als leesbare tekst.
• Samenvatting—Wachtwoorden worden nooit in niet-gecodeerde vorm overgedragen via internet.

Standaardwaarde: Elementair

Opmerking: Omwille van beveiligingsredenen moet u ervoor zorgen dat anonieme aanmeldingen op de HTTP- of HTTPS-server zijn uitgeschakeld.

Bepaalt hoe Dragon omgaat met herbestemmingen als u de profielen van Hoofdnetwerkgebruikersprofielen opslaat op een server die binnenkomende verbindingen omleidt naar een andere locatie. De opties zijn:

• Nooit—herbestemmingen worden genegeerd.
• Altijd—herbestemmingen worden altijd gevolgd.
• Enkel zelfde schema—uitsluitend herbestemmingen die hetzelfde schema gebruiken als de opvraag van de client zijn toegestaan.

Indien dit is geselecteerd, krijgen de client en server de informatie dat de verbinding in stand moet worden gehouden nadat de huidige sessie is beëindigd.

Indien dit is gedeselecteerd, wordt de verbinding verbroken wanneer de huidige sessie eindigt.

Standaardwaarde: Gedeselecteerd

Indien dit is geselecteerd, geeft dit aan dat verbindingen met uw HTTP-server via een proxyserver gaan.

Indien dit is gedeselecteerd, verlopen de verbindingen niet via een proxyserver.

Standaardwaarde: Gedeselecteerd

Selecteer het type firewall dat wordt gebruikt op de HTTP-server. De opties zijn:

• HTTP-proxy—De proxyserver is gespecialiseerd in webpagina-transacties.
• Tunnel—Serververbindingen verlopen via tunneling-software.
• SOCKS4—Selecteer dit voor een SOCKS4-protocol dat TCP-sessies doorgeeft op een firewallhost waardoor de gebruiker beschikt over een goede programmaoverdracht via de firewall. Voor SOCKS4-clients is volledige DNS vereist (Domain Name Service).
• SOCKS5—Selecteer dit voor een SOCKS5-protocol dat TCP-sessies doorgeeft op een firewallhost waardoor de gebruiker beschikt over een goede programmaoverdracht via de firewall. SOCKS5 ondersteunt meerdere verificatiemethoden. SOCKS5-clients voeren DNS-selecties uit op de SOCKS5-server.

Standaardwaarde: HTTP-proxy

Geeft aan wanneer de time-out van de verbinding van toepassing is. De opties zijn:

• Inactiviteit—verbreekt de verbinding nadat de netwerkgebruiker gedurende de gespecificeerde tijd inactief was.
• Absoluut—verbreekt de verbinding na de gespecificeerde tijd, onafhankelijk van de activiteiten van de netwerkgebruiker. Let op bij het gebruik van deze optie, want de verbinding kan worden verbroken tijdens synchronisatie.